Voor een betere ervaring u uw browser wijzigen in CHROME, FIREFOX, OPERA of Internet Explorer.

Voeding en verzorging

Voeding en verzorging

De verzorging van een minipaard of shetlander komt eigenlijk op hetzelfde neer als een groot paard. Echter zijn er wat handige tips en tricks om rekening mee te houden. Ook de voeding dient conform maat natuurlijk aangepast te worden.

Voeding

Voeding is heel belangrijk voor minipaarden. Aangezien de meeste minipaarden absoluut warmbloedig zijn, hebben zij meer nodig dan men in eerste instantie denkt. Echter, is teveel voeren natuurlijk ook niet de bedoeling. Daar ze klein van stuk zijn, is overvoeren al snel gebeurt. Om hier de juiste balans in te vinden, is het aan te raden om bij een ervaren fokker of minipaarden houder te informeren.

Wanneer er een groot weiland aanwezig is, met volop gras in het voorjaar en zomer, is het van belang dat dit weiland weinig tot niet bemest wordt. Wanneer het weiland veel bemest is door middel van injecteren of kunstmest, wordt het gras erg rijk waardoor kleine paarden snel bevangen kunnen raken. Een keer bemesten of injecteren is niet erg maar meermaals maakt het gras te rijk. In het zomerseizoen 24/7 weidegang is voor veel minipaarden voldoende en kan er af en toe wat basisbrok of een goede vitamine/mineralen brok worden bijgevoerd. Om het gras wat te beperken voor de paarden, kan er gekozen worden voor strookbegrazing. Het gras wordt dan strook voor strook aan de paarden gegeven. Op deze manier wordt de gras inname iets beperkt en kan er een nieuwe strook worden bijgegeven wanneer nodig.

In de winter is enkel gras of hooi niet voldoende. Een goede basisbrok of vitamine/mineralen brok is noodzakelijk. In het gras zitten in de winter bijna geen voedingsstoffen meer, het bijvoeren van hooi is daarom ten zeerste aangeraden.

De hoeveelheden brok, hooi en vitamine/mineralen hangt volledig af van de grootte, leeftijd en gewicht van de minipaarden. Net als dat drachtige merries, meer nodig hebben ter ondersteuning van het veulen. Zeker in de laatste maanden van de dracht en wanneer het veulen aan de voet loopt, hebben de merries vaak extra’s nodig om zelf op gewicht te blijven maar ook om het veulen goed te helpen ontwikkelen. Lees hier meer over dracht en geboorte van minipaarden.

Alles verschilt per paard natuurlijk en is afhankelijk van de grootte, leeftijd, gewicht maar ook bloedlijnen. Hou in gedachten dat de meeste minipaarden absoluut warmbloedig zijn en meer nodig hebben dan de sobere rassen zoals een shetlander. Bij twijfel, informeer bij ervaren fokkers en minipaarden houders voor tips en informatie.

Tips: Minipaarden en kleine pony’s zijn erg gevoelig voor zand. Wanneer de dieren op kort gras of een zandpaddock gehouden worden, krijgen zij zand binnen. Dit zand hoopt zich op in de darmen wat uiteindelijk verstoppingen en koliek kan veroorzaken. Een aantal keer per jaar een zand kuurtje, helpt dit zand in de darmen af te voeren en kan zo problemen voorkomen.

Verzorging

Minipaarden hebben net als grote paarden, hun dagelijkse verzorging nodig en zijn tevens gek op aandacht. Je minipaard borstelen is niet alleen leuk om te doen maar ook een ideale mogelijkheid om ze te controleren op bijvoorbeeld wondjes.

De vacht

Minipaarden hebben, net als alle andere paarden, in de winter een mooie dikke wintervacht en in de zomer een dunne, glanzende zomervacht. De natuur regelt zich wat dat betreft heel mooi zelf. Wanneer een paard goed in zijn vel zit, door bijvoorbeeld de juiste verzorging en voeding, zie je dat ook weer mooi terug in de vacht. Een gezond paard, heeft een gezonde vacht die glanst, goed in elkaar zit en bij sommige paardjes komen er mooie “appeltjes” door de vacht heen. Wanneer een paard goed in zijn vel zit heeft hij geen dekens nodig. De vacht van een paard is al een deken van zichzelf en beschermd het paard tegen de verschillende weersinvloeden.

Wanneer minipaarden in de winter aan het werk moeten bijvoorbeeld voor de wagen of wanneer ze een huid/vacht/ongedierte probleem hebben zoals bijvoorbeeld luis, kan er voor gekozen worden de paarden te scheren. Ook in het zomerseizoen worden veel minipaarden geschoren voor de keuringen en shows. Hou er rekening mee dat zodra een minipaard geschoren is, deze zijn/haar natuurlijke bescherming compleet kwijt is. De vacht van een geschoren paard is niet meer waterdicht en biedt geen bescherming tegen regen, wind etc. Het is dan noodzakelijk je paard een deken op te doen. In de winter dient dit een lekkere warme, waterdichte deken te zijn. Wanneer het paard overdag buiten staat en voor de nacht op stal kan er gekozen worden om met laagjes te werken. Bijvoorbeeld: Een enkele staldeken (deze zijn niet waterdicht maar wel lekker warm, mits voldoende vulling) voor op stal en wanneer het paard naar buiten gaat een regendeken of winterdeken (deze zijn wel waterdicht) hier overheen. Zo kunnen verschillende combinaties gemaakt worden en kan je kiezen wat het beste bij jou paard past.
Wanneer het paard geschoren is en je dus met dekens gaat werken, is het aangeraden het betreffende paard op stal te zetten voor de nacht. Lekker warm en droog.

Let op: Leg geen deken over een wintervacht heen, hoe goed bedoeld ook. Wanneer een paard het koud krijgt, zullen de haren van de wintervacht rechtop gaan staan zodat er lucht tussen kan komen. Op deze manier isoleert het paard zichzelf en in combinatie met de natuurlijke vetlaag van de vacht blijft hij warm en droog. Leg je hier een deken overheen, wordt de vacht weer platgedrukt en kan deze het paard zelf niet meer warm en geïsoleerd houden.

Entingen

Na de geboorte van een veulen is het vaak wijsheid om de dierenarts te laten komen voor een veulen check up. De dierenarts kan dan tevens de eerste enting alvast aan het veulen geven, de zogeheten “veulenspuit.” Deze inenting op dag 1 voorkomt tetanus binnen de eerste 10 dagen. Wanneer het veulen ouder dan 6 maanden is, kan de eerste influenza + tetanus basis enting gegeven worden. Deze dient na 6 weken na de eerste spuit, nog een keer herhaald te worden. Hierna kan het paard ieder jaar 1x zijn/haar herhalingsenting krijgen. Zeker voor fokmerries of paarden die veel op ander terein of met vreemde paarden in aanraking komen, is het aan te raden deze goed en netjes te enten. Wanneer een paard geënt wordt, krijgt deze van de dierenarts een sticker, handtekening en aantekening in het paspoort.

Ontwormen

Wormen zijn eigenlijk een constante bedreiging voor de gezondheid van ieder paard. Ieder paard heeft ook wormen in zijn lichaam, groot en klein. Wanneer paarden op een kleine wei staan waar weinig tot niet afgewisseld kan worden met andere stukken grond, is de kans op herbesmetting het grootst. De eitjes van de wormen vallen met de mest op het gras, deze eten de paarden weer op tijdens het eten van dat gras. De eitjes komen weer uit in het paard en de cyclus is rond. Wanneer je de weide goed uitmest of veelal kan afwisselen met andere stukken weiland, is de kans op herbesmetting kleiner maar nog steeds is ontwormen van groots belang. Van grootschalige wormen infecties kan het paard onder andere ziek worden, koliek krijgen of in de meest erge gevallen zelfs overlijden. Het is daarom van groots belang om samen met de je dierenarts een goed ontworming schema aan te houden. Hierbij zijn afwisseling van werkzame stoffen in de wormenspuit en het gewicht van het paard van groots belang. Op deze manier voorkom je resistentie tegen bepaalde middelen en weet je dat je het juiste middel ook op het juiste moment toedient.

De hoef

Net als bij grote paarden, groeit de hoef van een minipaard of shetlander. Daarom moeten ook zij regelmatig onderhouden worden door de hoefsmid. Als eigenaar heb je ook een belangrijke taak wat betreft de hoeven en dat is het regelmatig uitkrabben en controleren op bijvoorbeeld steentjes of scherpe voorwerpen. Steentjes kunnen een paard flink zeer doen en kan kneuzingen in de hoefzool veroorzaken. Ook mest, modder en grint kunnen in de hoef blijven plakken en kan gaan broeien. Hierom is het van belang regelmatig de hoeven uit te krabben en de hoeven van je paard te verzorgen. Het verschilt een beetje per paardje maar gemiddeld dient er elke 8-10 weken een hoefsmid te komen om je paardje te bekappen.
Onderschat het niet en ga zelf niet lopen rommelen. Het zijn wel kleine paardjes maar hoefverzorging dient aan een professional (hoefsmid) over gelaten te worden. Wanneer een paardje scheef op zijn hoeven staat, klein of groot, kan dit vervelende blessures veroorzaken. Hoefijzers zijn veelal niet nodig en in veel gevallen zijn ze gewoonweg niet zo klein verkrijgbaar. Voor de grotere maten minipaarden en shetlanders wel maar lang niet alle hoefsmeden wagen zich hier aan. Wanneer er veel met minipaarden of shetlanders over de harde weg gewandeld of gereden (onder het zadel of voor de wagen) wordt, slijten de hoeven natuurlijk sneller maar in veel gevallen zijn hoefijzers nog steeds niet nodig.

Top